Salvatorkerk Salvatorkerk

Salvatorkerk Veenendaal

Adriaen van Ostadelaan 54, 3904 TL Veenendaal


Symboliek van de kerk

Symboliek van de St.Salvatorkerk

De huidige Salvatorkerk van Veenendaal is gebouwd op de zogenaamde Geer.
Een "geer" is een, in een punt uitlopend, vaak moerassig stuk land was.
De "geren" hebben een grote rol gespeeld in het volksleven en het oude volksgeloof.
Werden daar geen lichtverschijnselen waargenomen?
Dit lijkt ons nu een, symbool van het Licht Christi, dat op de Geer begint te rijzen.

Nadert men de Salvatorkerk van de zijde van de Patrimoniumlaan, dan herkennen wij in de sobere vorm onmiddellijk het oude koningshuis, de basilica.
Komen wij binnen, dan verrast ons terstond de warme, tegelijk sacrale sfeer, een synthese van twee ideeën: zowel het priesterkoor (de vreze des Heren) voor het heilige,
dat heilig behandeld moet worden, als het eenheid-uitdrukkende karakter van de kerkzaal,waarin de mensen komen luisteren naar het Woord.
De priester als voorzitter van de vergadering der gelovigen spreekt in deze kerk weer als vanouds van het midden uit.
Vandaar dat de preekstoel aan de zijkant weer ontbreekt.
De geringe vloerverhoging van het priesterkoor suggereert die eenheid.
De bakstenen pijlen zijn hoog verbonden door eenvoudige rondbogen.
Zij omgrenzen het Heilige der Heiligen en zetten hun gestalte voort in een profilering van de Westwand van het koor. Hier rust, in het tabernakel, de Majestas Domini,
de Majesteit des Heren.De sfeer zal nóg sterker spreken, als in de roosnis boven in het koor de Salvator zal zetelen als Zon der Waarheid,Die voor ons is opgegaan.
Het altaar is van rus Travertijns marmer met een tafelblad uit Namense blauwsteen.
Het gehele gebouw is opgetrokken uit warmrode bakstenen, zgn. handvorm stenen, waarin men duidelijk de leem herkent, symbool van de levende bouwstenen, evenzeer uit leem gevormd.
In harmonie met de zachtrode gloed van pijlers en wanden is de kleur van het roodkoper met geoxydeerd zilver der kandelaars.
In de middelste spaarnis van het priesterkoor zien we de Biddende Kerk, verpersoonlijkt in de figuur van Maria.
Aan weerszijden van de Orans, die de begenadigde Moeder, ofwel de Kerk, voorstelt, springen de bronnen van genade als fonteinen op, waaraan de gelovigen, volgens Oudchristelijke voorstellingen, als vogels, hun dorst lessen.
Onder de fonteinen zien we dan ook twee Sacramentsnisssen,
waarin de Heilige Oliën en het Chrisma bewaard worden.
Ook de trouwstoel heeft een vaste plaats bij het altaar gekregen.
In de nartex, de voorhal van een oude kerk, werd oorspronkelijk de biecht gesproken.
Ook in deze nieuwe kerk zal dat in de nartex gebeuren.

Zo staat hier dan de nieuwe kerk in Veenendaal, toegewijd aan de Heilige Salvator, in de klok, die de gelovigen samen roept, staat dan ook gegoten:
Lauda Sion Salvatorem: Looft Sion, Uw Heiland.

De priester en de assistenten zijn gekleed in de mannelijke prachtgewaden uit de Romeinse keizertijd, zoals ze oorspronkelijk voor onze Liturgie werden gereserveerd.

Soms, als de gelovigen Gods Lof komen zingen, zal hun in de monstrans het Lichaam van de Salvator worden getoond, het Lichaam, dat door hen wordt begroet met de woorden:
Ave, verum Corpus, natum de Maria Virgine :
Gegroet, waarachtig Lichaam, geboren uit de Maagd Maria.

Terwijl aan de donkere Avondzijde in de ramen de heilsgeschiedenis van het Oude Testament uitgebeeld wordt, wordt in de vensters aan de zonnige Zuidzijde die van het Nieuwe Testament uitgebeeld, als het Licht der wereld over de gelovigen uitgestort. Verlaten wij de kerk, dan zal eens in het roosvenster boven de uitgang de Salvator-als- rechter, Die levenden en doden zal oordelen, ons herinneren aan zijn laatste komst ten eeuwig heil.


Keer terug
 


Achterwand van het priesterkoor